Opinie – Wil de Amsterdamse regio nog wel een haven?

Havendebat Amsterdam

Alle circulaire, economische en sociale ambities ten spijt, de Amsterdamse regio lijkt koste wat kost vooral woningen te willen bouwen. In Havenstad moeten 75.000 woningen komen. De Minerva-, Coen en Vlothaven en de Alfadriehoek worden getransformeerd van zwaar industrieel- en havengebied naar hoogstedelijke woon-werkgebieden. Ook de omgeving gaat mee in de bouwplannen.

Haven van Amsterdam

Zaanstad wil een deel van haar industriële kanaal- en de Zaanzone transformeren en ook in de IJmond komen de eerste woonwerkplannen omhoog. In de regio is geen ruimte voor het opvangen van uit te plaatsen bedrijven, al wordt dat soms wel geroepen. We moeten dan ook zo eerlijk zijn dat de meeste uit te plaatsen bedrijven, met alle gevolgen en banenverliezen van dien, de regio dreigen te verlaten.

De regio wil dus af van een deel van de ruimte voor logistiek en zware industrie. Of is dit de voorbode voor het annexeren van de groene ruimte tussen Amsterdam en Haarlem-IJmond (Houtrakpolder en Westzanerpolder)? Dat kan immers interessant zijn voor de haven en toekomstig aandeelhouderschap van Zaanstad en Haarlemmermeer in de haven. Het lijkt er eerder op dat de regiogemeenten Zaanstad en Haarlemmermeer, de gemeente Amsterdam te hulp moeten schieten in plaats van omgekeerd.

Hoe belangrijk is die haven eigenlijk?

De werkgelegenheid in het hele Noordzeekanaalgebied groeide de afgelopen jaren en bedraagt nu circa 35.000 direct werkzame personen met een toegevoegde waarde van 7 miljard euro. Vergelijk dit met de toegevoegde waarde van de Zuidas ongeveer 2/2,5 miljard euro, die overigens ook weer afhankelijk is van de haven.

De groei van de haven was ooit wel een van de redenen om honderden miljoenen euro’s te investeren in een Tweede Zeesluis, al vraag je je met alle beperkingen die de haven wordt opgelegd momenteel af waarom deze sluis eigenlijk wordt gebouwd. Vuistregel is dat deze industriële (stuwende) banen in de regio zorgen voor nog eens circa 35.000 extra indirecte banen via inkoop, toeleveren en uitbesteden bij diverse andere bedrijven in de keten. Voor Amsterdam gaat het om 6% van de banen. Dit is vergelijkbaar met sectoren als de detailhandel, het onderwijs of de horeca.

Groot verschil met andere sectoren is dat dit stabiele inclusieve banen zijn (juist voor alle scholingsniveau en zeker voor lager opgeleiden). Opmerkelijk is dat in een stad met een oplopende werkloosheid richting de 10-12%, dit argument van het uitplaatsen en verdwijnen van robuuste banen geen rol lijkt te spelen. Dit is des te opmerkelijker omdat het ook nog eens gaat om banen die juist toegankelijk zijn voor lager geschoolden. Ik kan me niet voorstellen dat deze mensen allemaal aan het werk gaan in toekomstige woonwerkmilieus. Het zal toch niet zo zijn dat deze banenissues in Amsterdam minder naar voren komen omdat een aanzienlijk deel van de werknemers in de haven buiten de gemeente woonachtig is?

Cees-Jan Pen
Cees-Jan Pen

Bedrijvigheid in de Amsterdamse haven

De Amsterdamse haven is heden ten dage hoofdzakelijk een bulkhaven. Voornamelijk bestaan de ladingstromen uit brandstoffen en steenkolen, daarnaast ook agribulk zoals cacao, koffie en soja en bouwmaterialen. De nutsvoorzieningen van Amsterdam zoals elektriciteit, water en afval vinden voorts hun plek in de haven.

Verder zijn er veel industriële en maakbedrijven in de haven vertegenwoordigd (bijvoorbeeld beton- en asfaltproducenten), vindt er verwerking plaats van agribulk en minerale grondstoffen en zijn er chemische bedrijven. De circulaire economie speelt zich in de haven af onder andere in de recycling van gebruikte grondstoffen. Deze havenfeiten ontbreken, net als de forse circulaire ambities van de haven, nogal eens in het debat.

Circulair Amsterdam

De stad wil in 2050 circulair zijn. In dit kader is de haven, de plek waar de reststroom van de één, de grondstof voor de ander is. Havens bundelen de materiaal- en reststromen en herbergen bedrijven, die waarde kunnen toevoegen. Er worden zelfs ronkende teksten geuit van de haven als circulaire Europese hotspot, waar afvalstromen uit de stad en regio hoogwaardig verwerkt worden.

Er is ruimte nodig voor het vestigen van industriële en logistieke functies op goed uitgebouwde locaties waar (milieu)ruimte is te ondernemen. Gelukkig wordt mede door de Covid-19 crisis (van just-in-time naar meer een buffereconomie) en al langer lopende re-shoring duidelijk dat de maakindustrie anno 2020 modern, competitief en innovatief is. Eerder heb ik al gewezen op het grote belang van bestaande bedrijventerreinen voor het welslagen van de huidige circulaire transitie. Hetzelfde geldt voor de grote risico’s van het teveel vanuit een woningbouwbril kijken naar gebiedsontwikkeling.

Havenvisie

Amsterdam werkt aan een nieuwe Havenvisie, waarin een balans tussen alle belangen zal moeten worden gevonden. De balans ligt momenteel teveel en te eenzijdig op de opgave tienduizenden woningen te bouwen. Het grote sociaal-economische/banen, circulair en regionale en nationale economisch belang lijkt ondergeschikt. Dit vraagt om duidelijke uitspraken voor de langere termijn over het behoud van de haven voor zware industrie en logistiek. In lijn met de hoge circulaire ambities van stad en regio is de uitdaging voor de havenvisie om de haven te transformeren naar een circulaire bulkhaven in plaats van een woonwerkhaven. Hiervoor is (milieu)ruimte nodig te ondernemen.

De stad wil in 2030, 50% minder nieuwe grondstoffen gebruiken en in 2050, 100% circulair zijn. Grondstoffen en materialen worden hergebruikt en gaan niet verloren. De stad zet volop in op hergebruik en voorspelt meer lokale werkgelegenheid in de reparatie en verwerkingssector. Ik roep de bij de haven betrokken publieke en private partners en de lokale politiek in het bijzonder op tijdens het Havendebat Amsterdam de keuze te maken tussen een circulaire bulkhaven of een woonwerkhaven. Wie niet kiest, verliest sowieso.

Cees-Jan Pen, planoloog

Opinie – Wil de Amsterdamse regio nog wel een haven? | NT

Opinie – Wil de Amsterdamse regio nog wel een haven?

Havendebat Amsterdam

Alle circulaire, economische en sociale ambities ten spijt, de Amsterdamse regio lijkt koste wat kost vooral woningen te willen bouwen. In Havenstad moeten 75.000 woningen komen. De Minerva-, Coen en Vlothaven en de Alfadriehoek worden getransformeerd van zwaar industrieel- en havengebied naar hoogstedelijke woon-werkgebieden. Ook de omgeving gaat mee in de bouwplannen.

Haven van Amsterdam

Zaanstad wil een deel van haar industriële kanaal- en de Zaanzone transformeren en ook in de IJmond komen de eerste woonwerkplannen omhoog. In de regio is geen ruimte voor het opvangen van uit te plaatsen bedrijven, al wordt dat soms wel geroepen. We moeten dan ook zo eerlijk zijn dat de meeste uit te plaatsen bedrijven, met alle gevolgen en banenverliezen van dien, de regio dreigen te verlaten.

De regio wil dus af van een deel van de ruimte voor logistiek en zware industrie. Of is dit de voorbode voor het annexeren van de groene ruimte tussen Amsterdam en Haarlem-IJmond (Houtrakpolder en Westzanerpolder)? Dat kan immers interessant zijn voor de haven en toekomstig aandeelhouderschap van Zaanstad en Haarlemmermeer in de haven. Het lijkt er eerder op dat de regiogemeenten Zaanstad en Haarlemmermeer, de gemeente Amsterdam te hulp moeten schieten in plaats van omgekeerd.

Hoe belangrijk is die haven eigenlijk?

De werkgelegenheid in het hele Noordzeekanaalgebied groeide de afgelopen jaren en bedraagt nu circa 35.000 direct werkzame personen met een toegevoegde waarde van 7 miljard euro. Vergelijk dit met de toegevoegde waarde van de Zuidas ongeveer 2/2,5 miljard euro, die overigens ook weer afhankelijk is van de haven.

De groei van de haven was ooit wel een van de redenen om honderden miljoenen euro’s te investeren in een Tweede Zeesluis, al vraag je je met alle beperkingen die de haven wordt opgelegd momenteel af waarom deze sluis eigenlijk wordt gebouwd. Vuistregel is dat deze industriële (stuwende) banen in de regio zorgen voor nog eens circa 35.000 extra indirecte banen via inkoop, toeleveren en uitbesteden bij diverse andere bedrijven in de keten. Voor Amsterdam gaat het om 6% van de banen. Dit is vergelijkbaar met sectoren als de detailhandel, het onderwijs of de horeca.

Groot verschil met andere sectoren is dat dit stabiele inclusieve banen zijn (juist voor alle scholingsniveau en zeker voor lager opgeleiden). Opmerkelijk is dat in een stad met een oplopende werkloosheid richting de 10-12%, dit argument van het uitplaatsen en verdwijnen van robuuste banen geen rol lijkt te spelen. Dit is des te opmerkelijker omdat het ook nog eens gaat om banen die juist toegankelijk zijn voor lager geschoolden. Ik kan me niet voorstellen dat deze mensen allemaal aan het werk gaan in toekomstige woonwerkmilieus. Het zal toch niet zo zijn dat deze banenissues in Amsterdam minder naar voren komen omdat een aanzienlijk deel van de werknemers in de haven buiten de gemeente woonachtig is?

Cees-Jan Pen
Cees-Jan Pen

Bedrijvigheid in de Amsterdamse haven

De Amsterdamse haven is heden ten dage hoofdzakelijk een bulkhaven. Voornamelijk bestaan de ladingstromen uit brandstoffen en steenkolen, daarnaast ook agribulk zoals cacao, koffie en soja en bouwmaterialen. De nutsvoorzieningen van Amsterdam zoals elektriciteit, water en afval vinden voorts hun plek in de haven.

Verder zijn er veel industriële en maakbedrijven in de haven vertegenwoordigd (bijvoorbeeld beton- en asfaltproducenten), vindt er verwerking plaats van agribulk en minerale grondstoffen en zijn er chemische bedrijven. De circulaire economie speelt zich in de haven af onder andere in de recycling van gebruikte grondstoffen. Deze havenfeiten ontbreken, net als de forse circulaire ambities van de haven, nogal eens in het debat.

Circulair Amsterdam

De stad wil in 2050 circulair zijn. In dit kader is de haven, de plek waar de reststroom van de één, de grondstof voor de ander is. Havens bundelen de materiaal- en reststromen en herbergen bedrijven, die waarde kunnen toevoegen. Er worden zelfs ronkende teksten geuit van de haven als circulaire Europese hotspot, waar afvalstromen uit de stad en regio hoogwaardig verwerkt worden.

Er is ruimte nodig voor het vestigen van industriële en logistieke functies op goed uitgebouwde locaties waar (milieu)ruimte is te ondernemen. Gelukkig wordt mede door de Covid-19 crisis (van just-in-time naar meer een buffereconomie) en al langer lopende re-shoring duidelijk dat de maakindustrie anno 2020 modern, competitief en innovatief is. Eerder heb ik al gewezen op het grote belang van bestaande bedrijventerreinen voor het welslagen van de huidige circulaire transitie. Hetzelfde geldt voor de grote risico’s van het teveel vanuit een woningbouwbril kijken naar gebiedsontwikkeling.

Havenvisie

Amsterdam werkt aan een nieuwe Havenvisie, waarin een balans tussen alle belangen zal moeten worden gevonden. De balans ligt momenteel teveel en te eenzijdig op de opgave tienduizenden woningen te bouwen. Het grote sociaal-economische/banen, circulair en regionale en nationale economisch belang lijkt ondergeschikt. Dit vraagt om duidelijke uitspraken voor de langere termijn over het behoud van de haven voor zware industrie en logistiek. In lijn met de hoge circulaire ambities van stad en regio is de uitdaging voor de havenvisie om de haven te transformeren naar een circulaire bulkhaven in plaats van een woonwerkhaven. Hiervoor is (milieu)ruimte nodig te ondernemen.

De stad wil in 2030, 50% minder nieuwe grondstoffen gebruiken en in 2050, 100% circulair zijn. Grondstoffen en materialen worden hergebruikt en gaan niet verloren. De stad zet volop in op hergebruik en voorspelt meer lokale werkgelegenheid in de reparatie en verwerkingssector. Ik roep de bij de haven betrokken publieke en private partners en de lokale politiek in het bijzonder op tijdens het Havendebat Amsterdam de keuze te maken tussen een circulaire bulkhaven of een woonwerkhaven. Wie niet kiest, verliest sowieso.

Cees-Jan Pen, planoloog