Terug in Paramaribo

column

Een oude bridgevriend belde me op. Hij was weer in Nederland en wilde wel eens afspreken op een door de milde lentezon overschenen terrasje in Delft, om zijn wederwaardigheden in Suriname uit de doeken te doen. Een paar jaar geleden ging mijn vriend, ik noem geen namen, als gepensioneerd IT’er naar dat prachtige land om…

Een oude bridgevriend belde me op. Hij was weer in Nederland en wilde wel eens afspreken op een door de milde lentezon overschenen terrasje in Delft, om zijn wederwaardigheden in Suriname uit de doeken te doen. Een paar jaar geleden ging mijn vriend, ik noem geen namen, als gepensioneerd IT’er naar dat prachtige land om een kennis te helpen de automatisering van diens winkel op orde te helpen.

Mijn bridgevriend, nooit te beroerd om zeven schoppen niet uit te bieden, maar wel zes plus één te maken – de rest van de zaal gaat één down in groot slem – had het koud. Tja, zei ik: waarom kom je dan in vredesnaam ook op dit moment weer terug in Nederland, waar we het wel over het voorjaar hebben zonder er iets van te zien? Brr, zei hij. In Paramaribo was het ook koud, toen ik op het vliegtuig stapte, 22 graden. De gemiddelde Surinamer noemt dat winter.

Hij had al zijn familieleden in het verre land bezocht en, omdat hij er toch was, de trieste uittocht van enkele van hen bijgewoond. Met de winkel van zijn kennis ging het prima. Je moet denken aan een soort V&D, zei hij. Nou, zei ik, maak er dan liever een Bijenkorf van, want V&D is in Nederland inmiddels failliet gegaan. Ja, grinnikte hij, de IT had hij inmiddels uitbesteed, maar hij had wel verkopers voor de parfumerie-afdeling aangenomen.

Heb je in Suriname veel gemerkt van de tropische stormen in het Caribisch gebied, vroeg ik. Niet direct, was het antwoord. Niet zo erg als op bijvoorbeeld Sint Maarten. Maar er zijn in het land wel zendmasten omgevallen en daken van huizen weggewaaid. Dat zou komen door de ontbossing. Het gebeurde vooral bij hogere objecten, lage en oudere huisjes bleven keurig staan, zei hij.

We belden af. In gedachten was ik terug in dat heerlijke land, waar we ooit waren toen het verschrikkelijk regende en alle vliegvelden in het binnenland waren gesloten. Moeders zeurden op tv over de enge slangen op hun erf, doordat de Suriname-rivier over het vasteland klotste. Ze konden hun kinderen zo onmogelijk naar school laten gaan. Ach, mevrouw, leer je kindjes om die dieren heen te lopen, dachten we. In Nederland hebben we bijna geen slangen meer, die zijn zowat uitgeroeid.

Terug in Paramaribo | NT

Terug in Paramaribo

column

Een oude bridgevriend belde me op. Hij was weer in Nederland en wilde wel eens afspreken op een door de milde lentezon overschenen terrasje in Delft, om zijn wederwaardigheden in Suriname uit de doeken te doen. Een paar jaar geleden ging mijn vriend, ik noem geen namen, als gepensioneerd IT’er naar dat prachtige land om…

Een oude bridgevriend belde me op. Hij was weer in Nederland en wilde wel eens afspreken op een door de milde lentezon overschenen terrasje in Delft, om zijn wederwaardigheden in Suriname uit de doeken te doen. Een paar jaar geleden ging mijn vriend, ik noem geen namen, als gepensioneerd IT’er naar dat prachtige land om een kennis te helpen de automatisering van diens winkel op orde te helpen.

Mijn bridgevriend, nooit te beroerd om zeven schoppen niet uit te bieden, maar wel zes plus één te maken – de rest van de zaal gaat één down in groot slem – had het koud. Tja, zei ik: waarom kom je dan in vredesnaam ook op dit moment weer terug in Nederland, waar we het wel over het voorjaar hebben zonder er iets van te zien? Brr, zei hij. In Paramaribo was het ook koud, toen ik op het vliegtuig stapte, 22 graden. De gemiddelde Surinamer noemt dat winter.

Hij had al zijn familieleden in het verre land bezocht en, omdat hij er toch was, de trieste uittocht van enkele van hen bijgewoond. Met de winkel van zijn kennis ging het prima. Je moet denken aan een soort V&D, zei hij. Nou, zei ik, maak er dan liever een Bijenkorf van, want V&D is in Nederland inmiddels failliet gegaan. Ja, grinnikte hij, de IT had hij inmiddels uitbesteed, maar hij had wel verkopers voor de parfumerie-afdeling aangenomen.

Heb je in Suriname veel gemerkt van de tropische stormen in het Caribisch gebied, vroeg ik. Niet direct, was het antwoord. Niet zo erg als op bijvoorbeeld Sint Maarten. Maar er zijn in het land wel zendmasten omgevallen en daken van huizen weggewaaid. Dat zou komen door de ontbossing. Het gebeurde vooral bij hogere objecten, lage en oudere huisjes bleven keurig staan, zei hij.

We belden af. In gedachten was ik terug in dat heerlijke land, waar we ooit waren toen het verschrikkelijk regende en alle vliegvelden in het binnenland waren gesloten. Moeders zeurden op tv over de enge slangen op hun erf, doordat de Suriname-rivier over het vasteland klotste. Ze konden hun kinderen zo onmogelijk naar school laten gaan. Ach, mevrouw, leer je kindjes om die dieren heen te lopen, dachten we. In Nederland hebben we bijna geen slangen meer, die zijn zowat uitgeroeid.